Henk de Wit is geboren in een bunker op Trimunt

ditisWesterkwartier

MARUM-Hartje winter in 1953 kwam Henk de Wit uit Marum in een bunker op Trimunt ter wereld. Zijn zus Cobie was een jaar daarvoor geboren. Er heerste in het begin van de jaren vijftig grote woningnood waardoor alle bunkers van Trimunt waren bewoond. Wel veilig achter een dikke muur van een meter, maar tegen het vocht en de kou was niet op te stoken. Henk was twee jaar toen hij met zijn ouders naar een Philipswoning in Drachten verhuisde. Wat hij weet van het wonen in de bunker is via overlevering.

“Ik heb er bijna twee jaar gewoond, maar eigenlijk kon je daar niet goed verblijven. Vader en moeder moesten trouwen en inwonen bij de ouders ging niet. De hele familie woonde op Trimunt en zo kwam de bunker in aanmerking voor bewoning. De bunkers waren eigendom van de boeren die het land bezaten. Het kostte één gulden huur per maand,”vertelt Henk.

De muren van de bunkers waren wel een meter dik en binnen was het enorm vochtig. “s Zomers ging het nog wel, maar ‘s winters sloeg de schimmel dwars door de muren heen. “Om de bunker geschikt te maken heeft een schilder jute over latten op de muur gespannen en behangen. Maar dat hielp voor geen meter tegen vocht en schimmel. Hij heeft de boel ook nog geverfd. Al met al kostte het 1300 gulden. Er was geen geld, dat moest de familie financieren.”

De bewoners hadden geen gas en elektriciteit. Drie zaken waren essentieel om te overleven: de aardappelvoorraad, turf om te stoken en petroleum voor het koken en de verlichting. “Je kon geen lamp aan het plafond hangen, daar was geen gat in te boren, zo hard. Boodschappen werden wekelijks gebracht door kruidenier Van Wijk. We beschikten ook nog over een klompenhok, waardoor je de ‘woning’ betrad. Vader had een tweede bunker in gebruik als werkplaats, waar hij veel met motoren in de weer was.” Henk noemt ook nog het ongedierte in de woning en het grote aantal adders op Trimunt.

Plaggenhut

Eén keer had de vader van Henk midden in de nacht wegens pijn een dokter nodig. “Moeder moest eerst lopend naar opa, die vervolgens op de fiets naar dokter Holtkamp ging. Er was geen verlichting, je moest in het donker je weg zien te vinden. Dokter Holtkamp had voor de zekerheid een brommer achter op de auto om moeilijk bereikbare plekken te kunnen bereiken”. Opa was trouwens wel wat gewend, die heeft nog in een plaggenhut gewoond.

Gelukkig kon vader De Wit in 1955 bij Philips in Drachten aan de slag. “Philips had 1300 woningen voor het personeel laten bouwen. De maatschappelijke dienst van het bedrijf kwam eerst wel kijken bij je thuis of het geen smeerboel was, voordat je een woning kreeg toegewezen. Vader heeft het vijf jaar bij de fabriek uitgehouden. Hij was geen mens voor de fabriek. Hij kon bij de smid aan de slag en zo kwamen we in Marum wonen.” Henk woont nog steeds in het huis waar ze in 1960 naar toe verhuisden.

Hier een artikel over de maquette van Trimunt. Er zijn ook plannen om een museum in een bunker in te richten.

De schilder die de bunker had opgeknapt plaatste een bord met de tekst: ‘Hoe sil’t wurde’ (Hoe zal het worden). Daar is destijds nog door de Leekster Courant aandacht aan besteed.

Meer artikelen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Laatste artikelen