OPENDE-Raadsleden uit de vier Westerkwartiergemeenten hoorden gisteravond in het Baron Theater te Opende dat de Groninger grachtengordel straks meebepaalt hoe hier dieren worden gehouden of wordt gerecreëerd. Dat zei hoogleraar Plattelandsontwikkeling Dirk Strijker. Adviseur Arie Meuleplas uit Brabant wees erop dat de invloed in 2019 zelfs in de nieuwe Omgevingswet geregeld is: boeren, burgers en buitenlui moeten eerst om de tafel om te praten over plattelandsontwikkelingen voordat er een besluit valt.
Zelf heeft Strijker jaren aan de gracht in Groningen gewoond, maar zich inmiddels gesetteld in een Drents dorpje. Doordat hij veel door de omgeving fietst ziet hij de ontwikkelingen op het platteland niet alleen vanuit de studeerkamer. Al fietsend zou je denken dat het Westerkwartier een landbouwgebied is, maar de cijfers van Strijker leren anders.
Strijker: “70 %van de grond is in gebruik door de landbouw, maar kijkend naar de kleinste dorpen haalt 90 % van de inwoners zijn inkomsten uit andere bronnen. Er wordt heel wat heen en weer gependeld tussen het platteland en de stad. Zuidhorn is zo groot dankzij de stad, als het dertig kilometer verderop had gelegen was het nog een klein dorpje” .
Dat het Westerkwartier zo dicht tegen de stad is gelegen is ook van invloed op de economische ontwikkelingen. Het platteland is een broedplaats voor nieuwe bedrijven, maar als het succesvol is gaan ze naar de stad of nog verder het land in. “Marum kent nog een zuivelfabriek, maar het hoofdkantoor van Friesland-Campina zit niet in Leeuwarden maar naast het station in Amersfoort. En mijn leermeester Bartels zat ooit met zijn adviesbureau in een boerderij met twintig man, maar is inmiddels ook verhuisd naar Amersfoort.”
[quote]De nagelstudio’s, kapperszaken, huisverkoop van pompoenen en potjes jam, brocante winkeltjes op het platteland zijn leuk voor de reuring, maar economisch stelt het niets voor[/quote]
De nagelstudio’s, kapperszaken, huisverkoop van pompoenen en potjes jam, brocante winkeltjes op het platteland zijn leuk voor de reuring, maar economisch stelt het volgens hem niets voor. “Leg ze niets in de weg,” hield Strijker de raadsleden voor. “Voor veel van de bedrijfjes geldt dat de eerste fase de eeuwige fase is. Een brei studio gaat straks niet heel China van wol voorzien en als het wel zo is dan praat je bij uitbreiding maar over de bouwvergunning.”
Adviseur Arie Meuleplas sprak van een conflict tussen de steeds groter wordende boerenbedrijven en de gevolgen die dat heeft voor het platteland. “De kostprijs moet omlaag waardoor je ziet dat het productievolume met 200 tot 300 procent toeneemt. Dat heeft grote gevolgen, zoals belasting voor de wegen door de grote machines of Q-koorts.” Arie komt uit Brabant waar een dialoog tussen boer en burger verplicht is als er beslissingen over de omgeving worden genomen. In de Omgevingswet die in 2019 wordt vastgesteld geldt dat straks ook voor het Westerkwartier.
“Dat vraagt een andere rol van raadsleden en bestuurders. Je verkent vooraf wat voor wensen er leven, zoals mogelijkheden tot kanovaren, aanleg wandelpaden of uitbreiden van een landbouwbedrijf. Conflicten moet je niet uit de weg gaan,” aldus Meuleplas. Gelukkig voor de raadsleden hebben zij het laatste woord als er een besluit valt en niet de grachtengordel.
Het klopt een avond voor en door raadsleden, maar wie goed rond keek kon er niet zo heel veel ontdekken. Een aantal keren werd door de sprekers verwezen naar de omgevingswet die medio 2019 in gaat. Wat de meeste niet door hadden is de enorme impact van deze wet. vier wetten en ruim 250 algemene maatregelen van bestuur worden samengebracht in deze wet, en dan niet door er een nietje door te slaan.
De relatie tussen provincie, gemeente en burgers veranderd drastisch. de omgevingsvisie en het overleg komen centraal te staan, hierdoor ontstaan kansen voor dorpen en burgers. Nu zien we al dat de provincie de neiging heeft het zoveel mogelijk bij het oude te willen houden. Dat zou een gemiste kans zijn