Boer en activist voor vrede tussen Israëli en Palestijnen

ditisWesterkwartier

GRIJPSKERK-Al jaren rij ik voorbij Grijpskerk en zie de Palestijnse en Israëlische vlag gebroederlijk, of gezusterlijk, naast elkaar wapperen. De man die hier achter zit is de 77-jarige Johan Feitsma, akkerbouwer uit Pieterzijl en al 15 jaar vredesactivist. De vlaggen symboliseren zijn grote wens van één staat voor Israëliërs en Palestijnen. De Westerkwartierder boer staat om de veertien dagen op de grote markt in Groningen om mensen te overtuigen van het leed dat Israël de Palestijnen dagelijks aan doet.

We maken ons hier druk over bonnetjes, daar is het een struggle for life”, begint Johan zijn verhaal. Hij verwijst naar minister Van der Steur die aftreedt om een achtergehouden bonnetje. Vijftien jaar geleden heeft Feitsma drie maanden in Palestijns gebied objectief waargenomen wat er in het land gebeurt. Dat deed hij voor de organisatie United Civilians for Peace.
“Waarnemen wat er met gewone mensen in de straat gebeurt. Ik was met een arts, verpleegster, dominee en studenten in de rechtswetenschap gestationeerd in Ramallah, de hoofdstad van Palestina. Dankzij mijn agrarische achtergrond had ik meteen goed contact met de mensen, van wie velen boer zijn”.

Wat Johan vanaf het begin heeft ‘aangegrepen’ is de bezetting van het gebied door de Israëliërs. “De Palestijnse inwoners zijn niet vrij om te reizen in hun eigen land. Daarvoor hebben ze een vergunning van de Israëlische autoriteiten nodig. Officieel is het Palestijns gebied, maar er zijn  150 controleposten. Op de wegen die naar nederzettingen van joodse kolonisten leiden, mogen ze niet vrij rijden. Op straat zijn altijd militairen. Het leven wordt er door beheerst.”

Johan heeft ook dagen moeten schuilen tijdens gevechten tussen Israëliërs en Palestijnen. “Wij moesten oppassen voor ‘verdwaalde’ kogels. Ik kon niet voor een raam langs langslopen, maar moest er onderdoor kruipen.” Zonder kleerscheuren is Feitsma er niet vanaf gekomen. Doordat een auto in de straat waar hij liep werd opgeblazen, kreeg hij een metaalscherf in zijn rug.

“Ik had het eerst niet door. Het was net of ik een hele harde klap in mijn rug had gekregen. Toen ik op mijn verblijfplaats kwam, zag men allemaal bloed op mijn rug. Een metaalscherf was tegen mijn schouderblad aangekomen. Een stukje naar onderen en mijn long was doorboord”.

Na terugkomst is een blijvende band met de mensen in Palestina ontstaan. Johan is met zijn vrouw Aafke diverse malen teruggekeerd. Op een van zijn laatste reizen ging zijn zus Matty ook mee. Samen hebben ze deelgenomen aan een project om olijfbomen te planten. Zwaar werk om een gat van 45 centimeter diep in rotsachtige bodem te maken.

“De olijfbomen werden geplant bij diverse dorpen. Daar kregen we te maken met outposten. Dat zijn gebieden die joodse kolonisten zich hebben toegeëigend. Eens was een kraan bezig op 50 meter afstand om de ‘outpost’ uit te breiden. De laatste dag kwamen we een bord tegen bij een stuk grond dat als geschenk aan een 12-jarig joods meisje was gegeven voor haar Bar Mitshwah, een soort belijdenis. Gewoon een bordje met daarop dat het land niet meer van jou is.”

Dit opende de ogen van zus Matty. Op de terugreis in de bus zegt ze tegen Johan dat zij en haar broers Johan al die jaren niet goed hebben begrepen als hij het over de bezetting van Palestijns gebied had. “Voor mij betekende dit een doorbraak om hen beter te bereiken met mijn verhalen.”

Vlaggen

De vlaggen zijn het gevolg van een ontmoeting met een burgemeester van Tulkarim. Die vroeg aan een delegatie waar Feitsma deel van uitmaakte om thuis te vertellen wat ze hebben gezien. Zoals het vernielen van kassen en olijfbomen, omdat een tuinder niet wilde verhuizen voor een chemische fabriek die door de Israëliërs werd gevestigd. “Maar zodra jullie in het vliegtuig zitten ben je het weer vergeten,” zei hij.

“Ik zou de volgende dag na mijn missie naar Nederland terugkeren. ’s Nachts bedacht ik een Israëlische en een Palestijnse vlag te kopen en daarmee in de hal van Schiphol rond te lopen. Een medewerker van de UCP zou mij fotograferen, maar dit werd op het laatste moment afgeblazen. Zaterdagavond kom ik met Aafke thuis. Zondagochtend ga ik niet mee naar de kerk, maar hang de twee vlaggen aan de vlaggenmast.” Sinds die tijd wapperen de vlaggen in Grijpskerk en Aafke heeft zich er ook mee verzoend.

Johan heeft onlangs een boek over zijn ervaringen uitgegeven: Olijfbomen achter de MUUR; Een teken van hoop. De olijfboom staat volgens de schrijver symbool voor de hoop van de Palestijnen. Een olijfboom heeft een diep vertakt wortelstelsel, waardoor de boom tijdens droogte kan overleven. Hij vergelijkt het wortelstelsel met de kracht en het doorzettingsvermogen van de Palestijnen.

Meer artikelen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Laatste artikelen