MARUM-’Aardige, rustige man die luistert. Een goede dokter’ merkt een patiënt van Johannes de Roo op. Mensen die uit Marum verhuizen, willen hem het liefst als dokter houden. De Roo is 65 jaar en stopt deze maand als huisarts. In 1998 begon hij in een huis aan de Beukenlaan vlak achter de supermarkt. In 26 jaar heeft hij zich zeer geliefd gemaakt en het valt de patiënten zwaar dat hij vertrekt. Maar het geheim van de smid heeft hij overgedragen aan zijn opvolgers Simone Borgemeester en Marieke Jansenss. “De dokter is niet de baas, samen moet je er als dokter en patiënt uitkomen,” aldus De Roo.
Zijn Fries accent verraadt zijn herkomst. De Roo groeide op in Hogebeintum, waar zijn vader melkrijder was. Hij werkte als klinisch chemisch analist in het Bonifatiusziekenhuis in Leeuwarden, dat inmiddels ter ziele is. “Toen ik al die doktoren om me heen aan werk zag, besloot ik de artsenopleiding te gaan doen. Nadat ik klaar was, zag ik in het vakblad een advertentie van Geerdink, Piest en Strampel: ze zochten een nieuwe huisarts. Dat ben ik toen geworden. Ik heb wel de voorwaarde gesteld dat ik samen met een opvolger van een van de artsen een praktijkruimte wilde bouwen. Dat mocht en zo is geschied.”
Voor de nieuwe huisarts betekende de inrichting van de woning een hele investering. “Samen met mijn vrouw hebben we de inventaris en de medische spullen aangeschaft. Dat was trap op trap af. Zeven jaar later heb ik samen met Schuch deze praktijkruimte aan de Kamperfoelielaan in gebruik genomen, waar ik nog steeds blij mee ben. De praktijk biedt met een extra ruimte ook de mogelijkheid om huisartsen op te leiden. In 14 jaar tijd heb ik hier negen huisartsen opgeleid. Dat vond ik geweldig om te doen.”
Eén van de eerste dingen die De Roo de nieuwe huisartsen voorhoudt, is dat ze niet de baas zijn en respect moeten hebben. “Je moet er als dokter en patiënt met zijn tweeën uit zien te komen. Als je goed luistert naar het verhaal dat je in de spreekkamer hoort, hoor je de diagnose al. Je moet soms even zoeken naar de sleutel. Soms weet je het niet. Dat kun je rustig zeggen. Daardoor neemt het vertrouwen dat mensen in je hebben alleen maar toe.”
De Roo schrijft altijd uitgebreid op wat hij met de patiënt bespreekt. “Uitgebreider dan in het begin. Ik probeer alle aspecten van het ‘ziekteverhaal’ mee te nemen. Mensen kunnen het ook teruglezen of op de praktijk om een uitdraai vragen. Dan kunnen ze de beslissing nalezen. Mensen lezen zich via internet ook veel meer in. Daar heb ik geen moeite mee. Dan heb je iets waar je met elkaar over kunt praten”.
Getroffen
De Roo benadrukt dat de praktijk valt of staat met de andere medewerkers. Hij werkt al vanaf het begin met assistente Brenda. “We hebben het heel erg getroffen met de assistenten Brenda en Froukje. Zij zijn spreekwoordelijk de olie van de motor. Voor beide praktijken hebben we sinds drie jaar ook een manager. Die regelt onder meer de contracten met zorgverzekeraars. Ook de financieringsstromen binnen ketenzorg, waarbij meerdere zorgverleners om de hoek komen kijken, worden door haar geregeld.”
De Roo maakt zich wel zorgen over de huisartsenzorg in de toekomst. “Gelukkig hebben we voor onze praktijk Ouddiep twee betrokken huisartsen die hier met overtuiging zorg verlenen. In Oost-Groningen en Zuid-Oost Drenthe is dat anders, waar op sommige plekken geen huisarts meer werkzaam is. In Leeuwarden is het ook een drama, waar huisartsen niet worden opgevolgd. Marum mag zich in de handen knijpen met het aantal huisartsen. Ik heb gemerkt dat artsen er tegen op zien om een praktijk te gaan houden, vanwege de tijd die ze erin moeten steken. Dat is jammer, want dat de huisartsenzorg onmisbaar is kom je achter als er geen huisarts meer is.”
Inmiddels heeft dokter De Roo afscheid genomen. “Al die jaren hebben patiënten mij hun vertrouwen geschonken. Ik neem graag de gelegenheid te baat om gedag te zeggen en afscheid te nemen.”