MARUM-Janny en haar zonen Jean-Paul en Milo spreken met veel liefde over hun dierbare man en vader: Eli Soumokil. Ze zijn nog steeds overdonderd door het plotselinge verlies van Eli die ernstig ziek bleek te zijn. Bijna 900 mensen hebben eind augustus afscheid van hem genomen. Drie jaar was Eli toen hij de Meester Corneliswijk in het toenmalige Jakarta, waar hij op 3 februari 1948 werd geboren, verliet en in het barrakkenkamp te Nuis terecht kwam. Daar had hij naar eigen zeggen een prachtige kindertijd. Eli was een betrokken Molukker die veel voor de gemeenschap heeft georganiseerd. Hij richtte in 1981 de eerste sportschool van Marum op: Elsomo.
‘Net oppe holle’ herinnert een van de leerlingen zich op facebook. Het werd regelmatig naar haar geroepen tijdens de trainingen. “Hij dreef mensen tot de max,” zegt Jean-Paul. “Tijdens het sparren met kickboksen riep hij altijd ‘nog 1 minuut’. Dat werden altijd 5 of 10 minuten. Hij telde niet tot tien maar tot twintig. Toch verloor hij de individuele mens niet uit het oog.” Het leverde hem veel waardering op. Iemand die naar Portugal emigreerde schreef dat hij nog altijd de vruchten plukt van Eli’ s benadering. En dat terwijl hij naar een andere sportschool was gegaan.
Eli groeide op in het Molukse Kamp Nuis. Dat staat bekend om zijn erbarmelijke huisvesting. Maar Eli bewaarde goede herinneringen aan die tijd. “De kinderen konden kind zijn”, schreef Eli in het boek ‘Kamp Nuis’ dat naar aanleiding van de reünie van de kampbewoners in 2002 is verschenen. Ze speelden voetbal, kasti, vliegeren. Wat hij niet opschreef was dat hij een keer in een verboden moerassig weiland was geweest. Janny: “In het kamp voedde iedereen de kinderen op. Eli was een gebouw ingeschoten en had zich onder een brommer en een deken verstopt. Maar zijn straf ontliep hij niet en daar werden wel klappen uitgedeeld.” Hij vertelde ook altijd van de paardendeken die bij felle oostenwind voor het raam werd gespannen.
In 1963 vertrok het gezin Soumokil naar de Molukse wijk in Marum. Na school werkte Eli op het kantoor bij transportbedrijf Homan in Leek. In deze periode legde hij zich toe op de gevechtsport, met name karate. Jean-Paul: “Hij maakte deel uit van de Groningse kernploeg karate. Hij was heel snel en kon gevaarlijke stoten met zijn handen uitdelen. Als de ploeg in de wedstrijd op punten achter kwam te staan, wist Eli altijd op voorsprong of gelijk te komen.” Naast zijn werk haalde hij zijn diploma voor sportleider. Dat kwam goed van pas toen Homan in 1981 failliet ging en hij de eerste sportschool van Marum oprichtte.
Eli hield altijd contact met zijn familie in Aboru op het eiland Haruku. De familie is daar een aantal keren geweest. In Marum onderhield hij via de telefoon en videocall verbindingen contact met de familie. Janny: “Als ze wat nodig hadden konden ze altijd een beroep op hem doen. Het huis van zijn moeder bijvoorbeeld is opgeknapt. Daar woont nu een neef in. Aan het eind had hij nog contact met zijn familie.“Veel gehuild om het gemis van je eigen vaderland, waar je ook naar terugverlangde,” schreef Eli.
Hij organiseerde voor de Molukse gemeenschap in 2002 mede een reünie voor de bewoners van Kamp Nuis. In het boek ‘Kamp Nuis’ deelt Eli, net als andere bewoners, zijn herinneringen. Ook was hij een van de initiatiefnemers van de herdenking rond het 65 jarig verblijf van de Molukkers in Nederland. En feestavonden in café Marktzicht organiseerde hij ook. Toen hij hoorde dat er nog een barak in Jonkersvaart stond, was hij meteen te porren om dit Molukse erfgoed van de sloop te redden.
Paradiso
Janny en Eli hadden elkaar al leren kennen toen ze pas 19 en 20 jaar oud waren. “Dat was in Paradiso in Groningen,” vertelt Janny die toen in Assen woonde. “We zijn uiteindelijk getrouwd op 22-2-2002. Volgend jaar zouden we 20 jaar getrouwd zijn en een feestje vieren.” De kinderen Jean-Paul en Milo werden in 1984 en 1986 geboren. Hij was heel trots op zijn kinderen. Beiden zijn ook werkzaam in de sportschool.
Milo hielp wel eens mee in de sportschool, maar zat op voetbal. “Ik keek naar het kickboksen en kon wel een keer meedoen. Dat was gelijk op maandag om 20.00 uur. Er werd meteen van mij verwacht dat ik er voor 100 procent voor zou gaan. Eli zelf ging er ook voor de volle honderd procent in en dat eiste hij ook van anderen. Om kickboksers goed voor te bereiden in de ring gaf hij op zondag extra trainingen.” “We gaan de ‘legacy’ van Elsomo voortzetten,” benadrukt Jean-Paul. Naast Jean-Paul en Milo zijn er meerdere trainers in de sportschool werkzaam die door Eli zijn getraind.
“Niemand wist hoe ziek Eli eigenlijk was. Toen hij tijdens een bezoek aan het ziekenhuis viel, bleek dat hij er ernstig aan toe was. Het ging toen heel snel. Ik kan het nog niet bevatten,” vertelt Janny. Eli wel, hij vroeg aan Janny om pen en papier te pakken en de laatste zaken te regelen. Hij is op 11 augustus overleden. Bijna 900 mensen kwamen afscheid nemen. Daaronder veel sporters voor wie Eli veel heeft betekend. Op youtube is de indrukwekkende uitvaart te zien. Een waardig eerbetoon aan Eli, die heenging in het rotsvaste geloof dat hij naar God is gegaan.