NEW HAMBURG/NIEBERT-22 jaar was Ginus Veening, thans Gene (78 jaar), toen hij met zijn meisje in 1968 naar Canada vertrok. Hij kwam aan met prachtig weer en heeft geen dag spijt dat hij er is gebleven. Gene is in 1946 in het boerderijtje van de ‘stewardess’ Gusta geboren. Op de plek waar het Groninger Landschap een recreatiewoning wil realiseren. “Het is een prachtig plekje om te wonen. Ik denk dat ik de ruimte in Canada vond die ik na de verkoop van het boerderijtje in Niebert miste.”
Gene’s vader heeft de boerderij in 1929 laten bouwen, waar negen hectare grond bij hoorde. Hij kwam uit Noordhorn, zijn moeder van de Tolberter Petten. Het gezin werd gezegend met drie kinderen, waarvan Gene in 1946 de laatste was. “Ik heb nooit geweten waar hij het geld voor de boerderij vandaan heeft gehaald. Hij werkte in een fabriek, maar werd boer. Voor de boerderij was een weiland voor de vijf koeien. Achter werden aardappelen en graan verbouwd. Er was ook een groentetuin. Verder drie kippenhokken met legkippen”.
“We hadden het er goed, Aardappelen werden onder meer naar Marum en Nuis met paard en wagen vervoerd en te koop aangeboden. Daarnaast was er opbrengst van de melk en de eieren. Maar in de jaren zestig zakte de prijs van de eieren door goedkope aanvoer uit Duitsland. Vader zei dat hij daar niet tegen op kon. De boerderij werd in 1966 verkocht aan neef Kees Wagenaar. Maar die heeft daar niet lang gewoond.”
Gene ging in Niebert naar de School met de Bijbel met twee lokalen met de klassen 1,2 en 3 en 4, 5 en 6 bij elkaar. Meester Gorter was toen hoofd. “Ik was bijna zeven jaar toen ik naar school ging. De meester was wel streng. In mijn rapport schreef hij dat ik het wel kon als ik mijn best deed, maar dat ik elke vogel zag vliegen. Als de juf van de laagste groepen ziek was, mochten wij als leerlingen van de hoogste klassen toezicht houden.”
Avontuur
Na de Mulo in Marum heeft Gene nog een jaar bij timmerfabriek Gjaltema gewerkt voor dat hij in Groningen bij een groothandel in automaterialen terecht kwam.“Nadat ik twee jaar voor militaire dienst bij de luchtmacht had gediend, ben ik nog een half jaar terug gegaan naar die baan. Ik wilde echter avontuur en in 1968 vertrok ik met mijn verloofde naar Canada. Waar wij nu wonen is het niet dichtbevolkt, gek genoeg heb ik hier meer land dan mijn vader had maar doe er zelf weinig mee, het land wordt verhuurd aan een boer in de buurt.”
Gene belt vanuit het Juravinski Cancer Centre in Hamilton. Hij is met pensioen en als vrijwilliger brengt hij mensen heen en weer naar het centrum. Zelf heeft hij ook chemokuren gehad voor CLL (chronisch lymfatische leukemie), maar hij is gelukkig stabiel. Gene heeft goed geboerd in Canada. Eerst als verkoper van onder meer freeskoppen en zaagbladen, voor het bewerken van metaal en hout. Later heeft hij het bedrijf met een compagnon overgenomen en de firma RoyceAyr opgericht, waar rond de 100 mensen werkzaam zijn.
Eén keer, in 1995, heeft hij Gusta ontmoet, toen hij met zijn gezin met drie dochters naar zijn geboorteplaats toog. “ Ze was toen in een t-shirt aan het hooien in het weiland voor de boerderij. Het was dat ik mijn dochters bij me had, anders had ik er denk ik niet mogen kijken. Ze had volgens mij niet zo veel op met mannen. Twee jaar geleden heb ik met mijn kleinzoon de boerderij bekeken, toen was het verlaten. Ik heb nooit echt heimwee gehad naar Niebert. De kinderen en kleinkinderen zijn hier in Canada geboren en we maken deel uit van een hechte kerkgemeenschap. We wonen nog steeds op de ruimte, maar wel dichter bij het dorp New Hamburg dan in het boerderijtje ver van de verharde weg in Niebert.