LEEK-Afgelopen zondagmiddag rond 14.00 uur. Met een windje uit het zuidoosten ruik je al fietsend duidelijk de aanwezigheid van de varkenshouderij aan de Kerkweg in Leek. Ook aan de overkant van het Hoofddiep langs de huizen aan het Boveneind. Enkele bewoners aan de overkant hadden onlangs een bord geplaatst over stankoverlast. Over de geur die van de mest van de varkens afkomstig is, is iedereen het wel eens. Maar vervolgens lopen de meningen uiteen. De een vindt het stank, de ander vindt het een geurtje dat bij een boerderij hoort. Varkenseigenaar Harm van der Weg, overburen en de gemeente spreken allemaal van een ‘ongelukkige situatie’.
“Het geeft bij een bepaalde wind wel overlast, maar niet iedereen heeft er last van,” laat Van der Weg in de schuur achter de varkensstal weten. Van der Weg voldoet aan alle vergunningseisen. Hij heeft de boerderij van zijn ouders overgenomen, die naast de 80 varkens en 15 koeien ook 7500 stuks pluimvee mochten houden. De kippen zijn er niet meer, maar de koeien en het jongvee wel. Die melkt Van der Weg in het weiland schuin achter de boerderij. De vergunning van Van der Weg dateert uit 2014 en geeft toestemming voor het houden van 340 varkens. Twee keer per jaar worden de varkens afgevoerd en komen er nieuwe biggetjes.
De overburen hebben een bord in de tuin geplaatst om aandacht te vragen voor de stankoverlast. Het bord lag een dag later al in het water aan de overkant van de weg. De buren hebben aan de onafhankelijke commissie bezwaarschriften gevraagd om de eisen die in de vergunning staan te handhaven. Ze vragen zich bijvoorbeeld af of de vier ventilatoren wel altijd aan staan. Volgens Van der Weg is dat wel het geval, maar hij houdt er wel rekening mee dat er bij biggetjes minder geventileerd hoeft te worden dan bij de grotere varkens. Ook constateren ze dat niet altijd de deuren zijn gesloten. Verder staat in de vergunning dat bij het vullen van de voedersilo’s er geen stof de lucht in mag waaien, zoals nu gebeurt. De voedersilo heeft een dak, maar is niet afgesloten.
Wethouder Stomphorst spreekt van een overbelaste situatie. Dat is de officiële term voor het bedrijf dat een vergunning in het verleden heeft gekregen en daar zijn rechten aan ontleend. “Het zou nu onmogelijk zijn om een varkenshouderij op die plek, midden tussen woonwijken (zoals Oostindie), een vergunning te verlenen. Geurhinder is onvermijdelijk, we wonen in een agrarische gemeente. Maar er moet wel aan alle eisen worden voldaan, dat controleren we aangekondigd en onaangekondigd. In april van dit jaar hebben we een hele middag gewacht op Van der Weg en om 18.00 uur de stal gecontroleerd. Het zag er netjes uit en de ventilatoren werkten. We hebben wel gezegd dat de ‘petten’ van ventilatorbuizen er af moeten”.
Bewoner Ottema, met het bord in de tuin, geeft aan dat de stank de afgelopen jaren erger en indringender is geworden. Dat zou zo maar kunnen. Het is bekend dat de samenstelling van het voer de hoeveelheid ammoniakuitstoot bepaalt. Ammoniak is het hoofdbestanddeel van de geur. Daarvan mag de varkenshouderij wat betreft de varkens 1020 kg per jaar uitstoten. De wethouder geeft aan dat volgens hem Van der Weg contractueel geen invloed heeft op de samenstelling van het voer.
Ammoniak
Buro Blauw Luchtkwaliteit uit Wageningen is gespecialiseerd in luchtmetingen. Het bureau verricht geregeld metingen bij veehouderijen om geurconcentraties te bepalen. Dat doen ze in het bedrijf. Teamleider Mark Kosters begint meteen te praten over het meten van de luchtwasser, maar die is niet op het bedrijf aanwezig. “Wat we dan doen is de lucht meten die door het systeem gaat. Je meet dan bijvoorbeeld drie keer een half uur de lucht die door de ventilator gaat.” Ammoniak is het hoofdbestanddeel als het om geur overlast gaat.
Metingen in de wijk kunnen niet worden verricht. Wel heeft het bureau een keer weken lang op een locatie bij een varkensmesterij gezeten en bij stank ‘overlastlucht’ in een geurzak gevangen. Die zakken worden vervolgens door zes goedgekeurde neuzen geanalyseerd. “We bieden dan twee trechters aan met sterk verdunde lucht totdat alle zes panelleden ‘wat’ ruiken. Aan de hand daarvan bepalen we de concentratie van de geuroverlast veroorzakende stof. Afhankelijk van het gemeentelijk beleid wordt daar wat aan gedaan of niet.” De gemeente geeft aan dat de lucht die wordt uitgestoten door de Omgevingsdienst niet gemeten wordt op samenstelling van het ammoniakgehalte.
Van der Weg heeft de sleutel in handen om de ‘overbelaste situatie’ te beëindigen. Volgens de gemeente zou hij gebruik kunnen maken van de ‘stoppersregeling’. Een aantal jaren geleden kregen dergelijke bedrijven de kans om het bedrijf te beëindigen in ruil voor een bouwvergunning voor een woning. De regeling bestaat niet meer, maar Stomphorst is bereid om met Van der Weg over de mogelijkheden te praten.